Overblog
Editer l'article Suivre ce blog Administration + Créer mon blog
20 septembre 2013 5 20 /09 /septembre /2013 21:35

De goede, de slechte, en de zeer slechte suikers

 

« Het voornaamste bestaat eruit te kiezen voor de goede koolhydraten »[1]

 

 

 

       Voor een levend wezen is suiker nodig net zoals zuurstof om in leven te blijven. Suiker is één van de onmisbare brandstoffen om aan de cellen van alle organen en weefsels energie te leveren, in het bijzonder aan de hersenen en de spieren (met inbegrip van de hartspier). Het metabolisme heeft drie grote groepen macro-nutriënten nodig : de eiwitten, de vetstoffen, en de suikers. Voor de laatst genoemde hanteren wij voortaan hun wetenschappelijke benaming : koolhydraten of gluciden.

 

       Al heel lang hebben de voedingsdeskundigen ons aanbevolen de macro-nutriënten als volgt in te delen:

 

  • Eiwitten (aanwezig in vlees, vis, schaaldieren, weekdieren ; eiwitten uit peulvruchten, eieren, enz.): 15-20%

 

  • Vetstoffen (aanwezig in vlees en vette vis, vegetarische olieën, margarines, melk- en zuivelproducten, noten, enz.): 25-30%

 

  • Koolhydraten (aanwezig in geraffineerde suikers, zetmeelhoudende stoffen [aardappelen],graangewassen [brood], peulvruchten, diverse nagerechten, verwerkte producten met toegevoegde suikers): 50-60 %

 

Trop de boissons sucrées nuisent gravement à la santé

 

Te veel gesuikerde dranken schaden ernstig de gezondheid.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

       De officiële aanbevelingen bevoordeligen nog altijd het aandeel koolhydraten. Immers, in de meeste landen moeten deze 50 tot 60 % van de energiebehoeften uitmaken. In de praktijk leidt dit tot een overconsumptie van gesuikerde dranken, granen en zetmeelhoudende stoffen, met als gevolg dat wij voedingsmiddelen met veel te hoge glycemische lading krijgen om nog gezond te blijven. Recente studies[2], [3] tonen inderdaad dat voedingsmiddelen met hoge glycemische index en -lading, samengaan met een hoger risico voor overgewicht, type 2 diabetes, cardio-vasculaire ziekten, en zelfs kanker[4].

 

       Anderzijds tonen 11 Amerikaanse en Europese cohortstudies over 344 696 patienten, dat de nog steeds gevolgde politiek waarbij men vetten met hoog gehalte aan verzadigde vetzuren door koolhydraten wil vervangen (minder vet en meer brood eten), het cardio-vasculaire risico niet vermindert, wel integendeel[5], [6]. Dit bevestigt overigens de alombekende studie van Lyon in 1994 (Lyon Diet Heart Study[7]) van Michel de Lorgeril, die het traditionele Mediterraans voedingsmodel voorstelt als één van hoofdmaatregelen om het risico op hartinfarcten, cerebro-vasculaire accidenten (CVA), diabetes en kankers te verminderen[8].

 

       Nochtans prijst het klassieke Mediterraans voedingsmodel brood en pasta’s aan, zetmeelhoudende voeding dus, als voornaamste bron van de dagelijkse calorieënbehoefte. Maar niet om het even welk brood en pasta ! Enkel volkorenbrood en -pasta, rijk aan onmisbare micro-nutriënten (vitamines, mineralen, polyfenolen, vezels). En geen kwestie om er pantagrueleske hoeveelheden van te verorberen : de bewoners van het Middellandse Zee-gebied — de ouden in elk geval — zijn sober en eenvoudig.

 

       Trouwens, Michel de Lorgeril zelf geeft het graag toe : een gemoderniseerd Mediterraan dieet zal — ten opzichte van het traditionele Mediterraan dieet — minder graangewassen moeten bevatten, dit betekent minder brood en minder pasta’s, omdat wij in de meerderheid een sedentair (zittend) leven leiden en omdat de hedendaagse dagelijkse calorieënbehoefte er niet meer om vraagt (tenzij we topsporters zouden zijn, of hele dagen met zware en lastige karweien zouden bezig zijn).

 

       Het is heel belangrijk een keuze te maken in de soort en de hoeveelheid koolhydraten die we innemen als we langer willen leven en in goede gezondheid willen blijven. Dit geldt voor de preventie van cardio-vasculaire ziekten, maar nog veel meer bij overgewicht en diabetes ! Om ons toe te laten de juiste keuze te verrichten, beschikken we voortaan over twee onvermijdelijke instrumenten : de glycemische index en -lading.

 

       Dit laat ons toe de koolhydraten in 3 grote categorieën te onderverdelen : de goede, de slechte, en de zeer slechte suikers.

 

       We hebben een heel nummer van deze pagina’s gewijd aan de glycemische index (GI, zie N° 9). De GI geeft ons een idee over de snelheid waarbij de glycemie kan stijgen binnen een tijdspanne van 2 uur (ten opzichte van een referentie), als gevolg van een maaltijd met een bepaalde hoeveelheid koolhydraten. Hij informeert ons dus over de kwaliteit van de koolhydraten, of het snelle of trage suikers zijn. Complementair, kan men ook de glycemische lading (GL, glycemic load) berekenen, die zowel de kwaliteit als de kwantiteit van de suikers in de voeding benadert. Zo zal de GL ons een nauwkeuriger gedacht geven over de hoeveelheid koolhydraten die we mogen verorberen zonder dat dit te veel de glycemie doet stijgen, wat natuurlijk schadelijk is, diabetes of niet.

 

De glycemische lading (GL) wordt als volgt berekend :

 

           GI x  koolhydratengehalte per 100 g voedingsmiddel (zie label)

GL   =   –––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––

100

 

       De glycemische lading van een portie wordt als laag beschouwd van 1 tot 9 (goede suiker), matig van 10 tot 19 (minder goede tot slechte suiker), en hoog als hij gelijk staat of hoger dan 20 (zeer slechte suiker).

 

       Zo kan men zelf de glycemische lading berekenen van een voedingsmiddel dat men in de winkel gekocht heeft, zolang als het koolhydratengehalte per 100 g op het label vermeld staat.

 

       Voorbeelden :

 

1. Een voorbeeld van goede suiker is dat van perziken : voor 100 g perziken, zijn er 9 g koolhydraten met een glycemische index van 30. De glycemische lading bedraagt dus 30x9/100 = 2,7 (dit is duidelijk < 10, met andere woorden zeer goed).

 

 

 

 

2. Een suiker van matige tot slechte kwaliteit : is aardappelpuree. Voor 100 g zit er in aardappelpuree 14 g koolhydraten ; de GI bedraagt 90. Dus is de GL 90x14/100 = 12,6 (matig dus).

 

 

 

 

 

 

 

 

3. Een zeer slechte suiker : het koekje « petit beurre » bevat 75 g koolhydraten voor 100 g. GI = 55 ; dus is de GL 55x75/100 = 41 (duidelijk > 20).

 

      

 

 

 

 

 

 

       Het belang van de glycemische lading

 

       De glycemische lading laat toe minder evaluatiefouten te maken. Bij voorbeeld, een gekookte wortel heeft een GI van 85 en wordt, om deze reden, afgeraden in geval van diabetes. Maar er zijn in totaal maar 6 g koolhydraten voor 100 g gekookte wortels. Dit geeft ons een GL = 85x6/100 = 5,1 wat weinig is en de glycemie niet te veel doet stijgen. Er zijn dus voedingsmiddelen die een hoge GI hebben, maar die daarentegen niet zo’n hoge GL ten toon stellen ! Onder de 10 van GL, moeten de diabetici zich niet te veel beperken.

 

       Een ander voordeel van de GL ligt in het feit dat men gemakkelijk de koolhydratenportie kan berekenen die men mag eten zonder de glycemiecijfers wilde sprongen te laten maken. Als je bijvoorbeeld plots een enorme zin krijgt naar dadels, eet er dan geen 100 g, maar minder. Inderdaad, 100 g dadels bevat 73 g gluciden ; GI = 70 ; dus is de GL = 73x70/100 = 51, wat niet goed is. Maar als je er slechts 10 g van eet, bekom je pas een GL van 73x7/100 = 5. En zo zul je toch enkele dadels hebben verorberd zonder problemen te veroorzaken …

 

       Mijn advies : als de glycemische lading hoog is, verminder de hoeveelheid van het voedingsmiddel, zonder dat je het je verbiedt.

 

 

       Voedingsmiddelenlijst[9]

 

       Hier volgt als referentie een lijst van voedingsmiddelen in dalende orde van glycemische lading (GL) gerangschikt, met vermelding van :

  1. De hoeveelheid koolhydraten (in grammen) voor 100 g van het betrokken voedingsmiddel, of naargelang de aangeduide hoeveelheid.
  2. De glycemische index (GI) die het vermogen (snel of traag) aanduidt waarbij een voedingsmiddel de glycemie kan doen stijgen (van 100 tot 0).
  3. De glycemische lading (GL) of het vermogen van een bepaalde portie voedingsmiddel om de glycemie te doen stijgen (van 100 tot 0).

 

Voedingsmiddelenlijst

Voedingsmiddelen met hoge GL

(slechte koolhydraten)

Grammen koolhydraten, per 100 g voedingsmiddel,

of naargelang de aangeduide hoeveelheid

Glycemische index,

GI

Glycemische lading,

GL

Glucose

100

100

100

Gepofte rijst

85

95

81

Tapioca

94

80

75

Cornflakes (maïsvlokken) Kellogg’s

85

85

72

Tafelsuiker (sacharose)

100

70

70

Pasteitjes van gepofte rijst

80

85

68

Agavesiroop, GI en GL variabel naargelang fabricatieproces

76

55-90

42-68

Glucosesiroop

64

100

64

Maizena

88

70

62

Beschuit

80

70

56

Gesuikerde graangewassen

80

70

56

Pop corn zonder suiker

63

85

54

Frieten (100 g = 20 frieten)

56

95

53

Dadels

73

70

51

Witte bloem T45 (wit brood)

58

85

49

Crackers

60

80

48

Gedroogde druiven (100 g)

75

64

48

Standaard confituur

70

65

46

Honing (100 ml)

80

58

46

Bloem T55 (stokbrood)

63

70

44

Chocolade bar

60

70

42

Droog koekje ‘petit beurre’ 

75

55

41

Muesli, müsli (100 g)

61

65

40

Chips

49

80

39

Botervlinders, croisssants (100 g)

55

70

38

Bloem T65 (boerenbrood)

53

70

37

Zandkoekje, -taartje

68

55

37

Wafels

49

76

37

Hamburger (1 brood = 43 g)

51

70

36

Muffin (1 enkele = 55 g)

62

58

36

Snickers (1 bar)

64

55

35

Bloem T85 (bruin meel of half-volkoren, zuursesembrood)

50

65

33

Boekweitbloem

65

50

33

Nutella®

55

55

30

Zwarte zachte chocolade, 45-59 % cacao

62

49

30

Croissant (1 enkele van 60 g)

42

70

29

Brioche

40

70

28

Havervlokken niet gebakken (100 g)

67

40

27

Bloem T150 (volkorenbrood)

47

50

24

Pannekoeken natuur (zonder suiker)

48

50

24

Aardappelen in de oven gebakken

25

95

24

Voorgebakken rijst

24

90

22

Mars (1 bar)

37

57

21

Rijsttaart

24

85

20

Volkoren roggebrood

49

40

20

Fructose

100

20

20

Voedingsmiddelen met gemiddelde GL

(slechte tot matig slechte koolhydraten)

Grammen koolhydraten, per 100 g voedingsmiddel, of volgens de aangeduide hoeveelheid

Glycemische index,

GI

Glycemische

lading,

GL

Cola, gazeuse dranken, soda’s (type Coca-Cola®) voor 250 ml

27

70

19

Witte worst

42

45

19

Zemelenbrood, kropbrood

40

45

18

Duits volkorenbrood (Pumpernickel)

45

40

18

Bloem T200 (volkorenbrood)

45

40

18

Macaroni met kaas

28

64

18

Witte rijst, gekookt

26

64

17

Voorgekookte rijst, niet klevend

24

70

17

Roomijs, ijsje, klassiek, gesuikerd

27

60

16

Noedels, ravioli

23

70

16

Griesmeel (geraffineerd)

25

65

16

Maïs (moderne)

22

70

15

Sorbet

30

50

15

Aardappelpuree

17

90

15

Gekookte aardappel  gepeld

20

70

14

Witte rijst (langkorrelig)

23

60

14

Boekweitpannekoeken

25

50

13

Witte pasta (standaard gekookt)

23

55

13

Pizza (100 g)

22

60

13

Banaan

20

65

13

Gedroogde abricozen

37

35

13

Limonade

20

66

13

Gedroogde tomaten

38

35

13

Couscous

23,5

50

12

Basmati rijst

23

50

12

Zwarte, integrale rijst

23

50

12

Lijnzaadkorrels, zwarte, bio, 100 g

34

35

12

Zwarte chocolade 70-85 % cacao

46

25

11,5

Bulgur, integraal, gekookt

25

45

11

Spaghetti’s al dente

25

45

11

Vruchtenmoes zonder suiker

37

30

11

Zoete aardappel, Ipomoea batatas

20

50

10

Spaghetti, integraal, gekookt

37

27

10

Roomijs, ijskreem (2 ballen)

16

61

10

Ananas (2 sneden)

17

59

10

Bruine suiker/niet gezuiverd

14

72

10

Abrikozen (doos, in stroop) 100 g

16

60

10

Sinaasappelsap, vers (25 cl = 1glas)

20

50

10

Voedingsmiddelen met lage

GL

(goede koolhydraten)

Grammen koolhydraten, per 100 g voedingsmiddel, of volgens

de aangeduide hoeveelheid

Glycemische index,

GI

Glycemische lading,

GL

Honing (5 ml = 1 koffielepel)

16

58

9

Pompelmoessap (25 cl )

17

48

9

Wortelsap (25 cl)

21

43

9

Volkoren pasta (T150)

19

45

9

Aardappel in de schil (gekookt)

14

65

9

Mango (1 helft)

16

51

8

Druiven, 20 korrels verse vruchten (100 g)

18

45

8

Blond bier (pils) Jupiler, 250 ml

7

110

8

Appelsap, natuurlijk

17

40

7

Volkorenpasta (T200)

17

40

7

Indische voorouderlijke maïs

21

35

7

Zwarte chocolade met 70% cacao

32

22

7

Kikkererwten, gekookt

22

30

7

Bruine (rode) bonen (uit doos)

17

40

7

Vijgen, 2 verse vruchten (100 g)

19

35

7

Sinaasappelsap, industrieel vervaardigd

11

65

7

Havermoutpap, porridge, gekookt

12

60

7

Quinoa, gekookt

18

35

6

Gedroogde erwten, gekookt

18

35

6

Kiwi

12

50

6

Bonen, gekookt

7

80

6

Wortelen, gekookt

6

85

5

Pompoen

7

75

5

Watermeloen

7

75

5

Chinese vermicelli (mungo bonen)

15

35

5

Bruine linzen

17

30

5

Witte bonen

17

30

5

Spliterwten

22

22

5

Pruimen, verse vruchten (100 g)

13

35

5

Roggebrood, volkoren (30 g)

12

45

5

Vers geperst sinaasappelsap, zonder suiker

10

45

4,5

Ontroomde melk (250 ml)

13

32

4

Meloen

6

65

4

Verse doperwten

10

40

4

Bruine (rode) bonen

11

40

4

Peer

12

35

4

Appel

12

30

4

Groene linzen

17

22

4

Kersen (100 g)

14

25

3,5

Perzik, verse vrucht 100 g

10

35

3,5

Tomatensap (25 cl)

8

35

3

Sinaasappel, verse vrucht

9

35

3

Abrikozen, vers

10

30

3

Bosbessen (100 g)

11

25

3

Braambessen (100 g)

12

25

3

Amandelen (100 g)

17

15

3

Soja, gekookt

15

20

3

Look

28

10

3

Rapen, gekookt

3

85

3

Wortelen, rauw

7

35

2

Volle yoghourt

5

35

2

Magere yoghourt

5

35

2

Half ontroomde melk

5

30

2

Pruimen

10

22

2

Pompelmoes 100 g

9

25

2

Pindanoot

9

20

2

Frambozen, verse vruchten (100 g)

8

25

2

Aardbeien (100 g)

8

25

2

Rapen, rauw

5

30

1,5

Tomaten

5

30

1,5

Uien, ajuin

5

15

1,5

Lijnzaad, bruin, bio 15 g, 1soeplepel

5

35

1,5

Walnoten

5

15

1

Princessebonen (haricots verts)

3

30

1

Sla (Batavia, krulsla, veldsla…)

5

15

1

Avocado (1 enkele)

9

10

1

Andere groene groenten, kolen, champignons

5

10

1

Sojamelk natuur (zonder toegevoegde suiker)

0,9

30

0,3

Azijn

5

5

0,3

Soja-yoghourt, natuur, gefermenteerd

0,7

20

0,1

Schaaldieren (kreeft, krab, langoest)

0

5

0

Wijn, rode, witte, champagne

0

0

0

Vleeswaren, vis, eieren, kaas, boter

0

0

0

 

       De glycemische lading voor één dag

 

         Door alle glycemische ladingen van de over 24 h ingenomen voedingsmiddelen samen te tellen, bekomt men de glycemische lading voor één dag of dagelijkse glycemische lading. Deze zou niet hoger mogen zijn dan 120 (zeer hoge glycemische lading). Gemiddeld draait het rond 80. In aanwezigheid van overgewicht, diabetes, cardio-vasculaire aandoeningen (myocardinfarct, arteriële hypertensie, cerebro-vasculair accident of AVC), waartegen het hevig aangewezen is een aangepaste voedingsstijl aan te wenden (zich gezond voeden), is het beter dat de glycemische lading gemiddeld ongeveer 50 bedraagt.

 

       Besluit

 

  1. Vermijd zoveel mogelijk de groep van de « zeer slechte suikers », of er dan maar heel kleine hoeveelheden van nutten (wat het schadelijke effect op de glycemie inperkt). Let vooral op de gezuiverde (geraffineerde) witte suiker, op de graangewassen (wit brood, stokbrood, beschuit, muesli, croissants, corn-flakes, chips, koeken en ander gebak). Let ook op de meeste zetmeelhoudende producten (aardappelen, frietjes), op bepaalde rijstsoorten (vooral klevende rijst), op gesuikerde dranken (tonische soda’s, ‘sport drinks’, allerlei siropen, nectars, en fruitsapjes), zonder de overvloed van getransformeerde en klaargemaakte maaltijden te vergeten die door de voedingsindustrie op de markt worden gebracht, en waar meestal zuivere suikers of stropen zoals glucose/fructose-siroop worden aan toegevoegd. Deze soort maaltijden zijn schadelijk (‘junk food’) en vallen ook onder deze categorie.

 

  1. Beperk in de mate van het mogelijke de « slechte suikers » waarvan de glycemische lading zich eerder tussen 20 en 15 bevindt. Gun je in redelijke hoeveelheden de «matig slechte suikers» met een glycemische lading van 15 tot 10. Laten wij niet vergeten dat door minder dan 100 g van deze voedingsmiddelen in te nemen, de glycemische ladingen evenredig dalen.

 

  1. Bevoordelig de voedingsmiddelen onder de «goede suikers» gerangschikt, zeker als je diabetes hebt, maar ook indien je gewoon wenst in goede gezondheid te blijven en terzelfdertijd je levensverwachting wil verlengen door je te beschermen tegen de zogenaamde ‘beschavingsziekten’ die een echte ramp betekenen voor de huidige moderne samenleving.

 

  1. Het voornaamste bestaat eruit te kiezen voor de goede koolhydraten, deze die rijk zijn aan micro-nutriënten (vitaminen, oligo-elementen, mineralen, enzymen, polyfenolen, vezels), caloriearm zijn, en waarvan de glycemische index en lading matig tot laag zijn.

 

  1. Er bestaat geen enkele verplichting voor de meerderheid van onze (sedentaire) bevolking 50 tot 60 % van de calorieën onder de vorm van koolhydraten te consumeren. Indien je geen enkele sport beoefent en je activiteit hoofdzakelijk sedentair blijft, kunnen deze koolhydraten zelfs maar 40% van de totale energetische toevoer vertegenwoordigen. Maar ze kunnen evengoed 60 % bereiken als je een noeste krachtarbeider bent of een competitie sporter.

 

(Wordt vervolgd).

 

            Luc Vangermeersch, 20 september 2013.

 

Bibliografie :

 

[1] Thierry Souccar, « La vérité sur les féculents », verschenen in het e-tijdschrift « Santé Nature Innovation » op 05/06/2013

[2] Brand-Miller J, McMillan-Price J, Steinbeck K, Caterson I. « Dietary glycemic index : health implications ». J Am Coll Nutr. 2009 Aug ; 28 Suppl : 446S-449S. Review.

[3] Romieu I, Ferrari P, Rinaldi S, et al. « Dietary glycemic index and glycemic load and breast cancer risk in the European Prospective Investigation Into Cancer and Nutrition (EPIC) ». Am. J Clin Nutr. 2012 Aug ; 96(2) :345-55.

[4] Thierry Souccar. « La vérité sur les féculents », verschenen in het e-tijdschrift « "Sante Nature Innovation" <santenutrition@sante-nature-innovation.fr> » op 05/06/2013

[5] Jakobsen MU, O'Reilly EJ, Heitmann BL, et al. “Major types of dietary fat and risk of coronary heart disease: a pooled analysis of 11 cohort studies”. Am J Clin Nutr 2009;89:1425–32.

[6] Jakobsen MU, Dethlefsen C, Joensen AM, et al. Intake of carbohydrates compared with intake of saturated fatty acids and risk of myocardial infarction: importance of the glycemic index. Am J Clin Nutr 2010;91:1764–8.

[7] de Lorgeril M, Renaud S, Mamelle N, et al. Mediterranean alpha-linolenic acid-rich diet in secondary prevention of coronary heart disease. Lancet 1994;343:1454–9.

[8] de Lorgeril M. « Prévenir l’infarctus et l’accident vasculaire cérébral », Thierry Souccar Editions, 2011. ISBN : 978-2-916878-88-1.

Partager cet article
Repost0

commentaires

A
waardevolle studie die alle diabetici moeten lezen en trachten te volgen.<br /> dank voor uw inzet en tijd<br /> Amedé
Répondre